In 2021 werden de Icoonfietsroutes gelanceerd, een netwerk van fietstrajecten dat fietsers uitnodigt om de mooiste landschappen van Vlaanderen te verkennen. Een daarvan is de Kempenroute, een traject van 213 kilometer dat door bossen, heidelandschappen en langs voormalige mijnsites voert en je onderweg laat kennismaken met de unieke charme van de Kempen.
Nog voor dageraad sta ik met een dampende kop koffie naar de hoopjes overgebleven sneeuw in mijn tuin te kijken, terwijl de vrieskou mijn adem zichtbaar maakt. Het is eind januari, en vandaag staat er een fietsavontuur van zo’n 85 kilometer op het programma. Samen met mijn naamgenoot Jeroen ga ik op de fiets een deel van de Kempenroute verkennen. We vertrekken in hartje Limburg, om koers te zetten richting Dessel. Een tocht langs natuur en erfgoed, dwars door het hart van de winterse Kempen, tot in het Antwerpse.
Limburgse bergen
Mijn compagnon Jeroen doet het op een mountainbike, terwijl ik het mezelf wat makkelijker maak met een elektrisch exemplaar. Dat ik mijn camera en drone meesleep, vormt een prima excuus. Ik heb er zin in en zet er alvast vaart achter. ‘Net op tijd!’, roep ik, wanneer mijn metgezel, dik ingepakt tegen de vrieskou, in volle vaart het pad opdraait waar we hebben afgesproken. Hij ziet er nu al verkleumd uit, en ik schiet in de lach. Waar beginnen we aan, vragen we ons hardop af, terwijl we over de bevroren weides turen.
Maar dan rapen we onze moed bij elkaar en trappen de eerste kilometers gezapig af richting Heusden-Zolder. Daar doemt de oude terril op, een van de steile bergen van puin die de mijnen ooit achterlieten en die nu de midden-Limburgse horizon tekenen. De 155 meter hoge zwarte berg is een van mijn favoriete plekken in de streek. Op een heldere dag kun je eindeloos ver kijken, maar vandaag houdt een dikke mist de top verborgen. Dat weerhoudt Jeroen er niet van om met zijn mountainbike omhoog te puffen. ‘Om het warm te krijgen!’, roept hij me met een brede grijns toe. Zo markeert de eerste beklimming van de dag, na amper een halfuurtje fietsen, al een kleine overwinning.
De route – gemakkelijk online te downloaden – voert ons door bossen en weides naar de uitkijktoren van Koersel Kapelleke. We stoppen voor een korte pauze, maar helaas blijkt de speeltuin met de toren op zondag gesloten. Mijn reisgenoot wrijft zijn handen warm en knikt naar me. ‘Zullen we maar weer?’ stelt hij voor. Ik protesteer niet, want ik weet dat we nu de Vallei van de Zwarte Beek zullen doorkruisen. Dit uitgestrekte bosrijke gebied, gehuld in een lage mist, heeft vandaag iets mystieks, en daar hou ik wel van.
Ontdooien met de fanfare
Hoewel mijn vingers langzaam verstijven – zelfs door mijn dikke handschoenen heen – geniet ik van het bijzondere decor. Op enkele dappere wandelaars na is het opvallend rustig. De stilte maakt de ervaring des te intenser. De route brengt ons via fietsknooppunten naar de terril van Beringen. Terwijl ik de steeds kortere ademwolkjes van mijn reisgenoot observeer, besluiten we de slijkerige klim naar de top over te slaan. Onze magen knorren, en de gedachte aan een warme maaltijd motiveert ons om door te fietsen.
Langs dennenbossen en een treinspoor zetten we koers richting Leopoldsburg, het eerstvolgende dorp op de route. Bij de kerktoren aangekomen lokt het rumoer uit een café ons naar binnen. Daar worden we begroet door een warme gloed en de geur van verse soep. De lokale fanfare oefent er enthousiast haar repertoire, wat zorgt voor een heerlijk stukje dorpse charme. Op de tonen van ‘Seven Nation Army’ bestellen we een hete kom soep. Terwijl we langzaam ontdooien, genieten we met volle teugen van de sfeer. Limburg op z’n best.
Fietsen in hogere sferen
Toegegeven, het kost wat wilskracht om mezelf weer warm aan te kleden en opnieuw de vrieskou te trotseren. Maar het instemmende knikje van een andere fietsliefhebber geeft me net dat extra beetje moed om door te zetten. We verlaten de warmte van het café, stappen vastberaden op onze fietsen en zetten koers richting het volgende deel van de route.
Het duurt niet lang voordat het dorpse rumoer wegvalt en we ons opnieuw in een sereen landschap bevinden. De frisse lucht prikt aangenaam in ons gezicht. We volgen het Kanaal naar Beverlo dat ons meanderend en kabbelend richting Lommel leidt. Al gauw doemt Nationaal Park Bosland op, een oase van groen en rust. Hier draait alles om natuurbeleving, en niet zomaar: wie Bosland zegt, zegt ‘Fietsen door de Bomen’, een unieke ervaring waarbij je letterlijk tussen de boomtoppen fietst.
De fietsbrug maakt een cirkelvormige lus en voert je tot hoog tussen de boomkruinen. Vanuit dit perspectief zie je het bos op een heel andere manier: de kale takken van de loofbomen contrasteren met de donkergroene dennen. Daarna glijden we geleidelijk weer naar beneden, terug naar de grond. Jeroen en ik nemen onze tijd om het uitzicht en de ervaring in ons op te nemen – zelfs in deze winterslaap heeft het bos iets bijzonders.
Door stilte en historie
Vanuit Bosland, aan de zuidkant van Lommel, slingert de route verder richting de Antwerpse Kempen. Dit deel van de Kempen, dunbevolkt en afgelegen, moet wel dé inspiratiebron zijn geweest voor de naam ‘de stille Kempen’. We kronkelen tussen bomen en velden, terwijl een enkele nieuwsgierige koe ons rustig gadeslaat.
Dan, bij het opdraaien van een landweg, worden we overvallen door een onverwacht tafereel. Tussen de naaldbossen doemt een enorme begraafplaats op. Het blijkt een Duits militair kerkhof te zijn, het grootste in West-Europa, waar meer dan 39.000 soldaten uit de Tweede Wereldoorlog begraven liggen. De laaghangende mist geeft de plek een bijna onwerkelijke sfeer. In stilte trappen we verder, onder de indruk van wat we net hebben gezien.
De route brengt ons terug naar het jaagpad langs het Kanaal naar Beverlo, dat we eerder op de dag al volgden. Hier passeren we de imposante industriële site van Nyrstar en fietsen we door naar het Kanaal Bocholt-Herentals – ook wel het Kempens Kanaal genoemd. Dit deel van de route, met zijn lange rechte stukken, vraagt vandaag om doorzettingsvermogen. De kou en het monotone landschap maken het niet eenvoudig, maar we blijven doortrappen, aangemoedigd door de gedachte aan een warm welkom in Dessel.
Unieke tocht
Langs het kanaal, dat ons onafgebroken begeleidt, bereiken we de omgeving van het Zilvermeer, waar de Sas4-Toren opduikt bij een kruispunt van twee kanalen. De toren is normaal een geliefde uitkijkplek, maar oogt vandaag verlaten en mistroostig. Vanaf hier volgt een grote lus die ons naar ons eindpunt in Dessel brengt. De gedachte aan een frisse pint doet ons tempo onbewust iets opvoeren.
Bij aankomst duiken we een lokaal café in, waar we met opzet een tafeltje vlak naast de chauffage kiezen. Terwijl de warmte langzaam door onze lagen kleding trekt, klinken we op een geslaagde dag. Het was koud, uitdagend en soms zwaar, maar bovenal een unieke tocht die ons de charme en eigenheid van de Kempen heeft laten ontdekken. Een ervaring die blijft hangen, zelfs nu de kou langzaam uit onze botten verdwijnt.







