Je hebt een e-bike gekocht en je wilt er natuurlijk zo lang mogelijk mee rijden. Regelmatig je fiets binnenbrengen bij de fietsenmaker is dan noodzakelijk. Maar hoe vaak moet je dat doen om dure herstellingsfacturen te voorkomen en wat kost een nazicht? Bovendien lijkt er een nieuw servicemodel te ontstaan. Hoe ziet dat eruit? We nemen het e-bikeonderhoud onder de loep.
Duurder onderhoud
Het onderhoud van een e-bike is op zich niet veel werk, vertelt Wim Deroover van Velodome. “Mechanisch lijkt een elektrische fiets sterk op een gewone fiets. Bij een e-bike trekt natuurlijk wel een motor mee aan de ketting, en dat heeft zijn impact. Waar je bij een gewone fiets de ketting na 7.000 kilometer pas moet vervangen, zal dat bij een e-bike al na 5.000 kilometer zijn. Een nieuwe cassette kost 80 tot 150 euro, afhankelijk van het aantal versnellingen. Voor de ketting betaal je ongeveer 7 euro. Een riem met versnellingsnaaf gaat langer mee en is daarom een betere optie voor e-bikes die bestemd zijn voor dagelijks gebruik.”
De elektronica maakt het onderhoud volgens Deroover niet duurder en ook niet moeilijker. “De software in de batterij, motor en het display heeft af en toe een update nodig, maar dat duurt maar 10 of 15 minuten.”
Stijn Smet van de Antwerpse fietsenhandelaar De Geus bevestigt. “Als er iets mis is met de elektronica – wat zelden gebeurt – kan je er vaak toch niets aan doen. Bij sommige fietsen maakt de elektronica het voor ons zelfs makkelijker. Je hangt de fiets aan de computer en leest hem uit. Als je een ‘errorcode’ krijgt, dan weet je meteen waar je moet gaan zoeken. Daarin zijn e-bikes zeer gelijkaardig aan auto’s.
Nazicht op vaste basis
Hoe je jouw e-bike het best onderhoudt en hoe vaak je hem binnenbrengt hangt af van de soort fiets, het aantal kilometers dat je ermee aflegt en in welke omstandigheden dat gebeurt. “Veiligheidshalve kom je best elk jaar langs om bijvoorbeeld je remmen te laten controleren”, zegt Smet. “Zo kom je niet voor verrassingen te staan.”
Bij Velodome kondigen ze de onderhoudsbeurten aan met een melding op het display van de e-bike. Deroover: “Wij laten elektrische fietsen met een derailleur binnenkomen voor het eerste onderhoud na 350 kilometer. Dan controleren we of alle bouten vaststaan en de kabeltjes van de versnellingen, en stellen we de derailleur bij. Fietsen met een versnellingsnaaf zien we graag terug na 750 kilometer. Na 3.500 kilometer volgt het tweede onderhoud. Dan vervangen we de remblokken meestal. Na 6.500 kilometer is het de beurt aan de ketting, de banden en opnieuw de remblokken. Die cyclus herhaalt zich dan elke 3.000 en 6.000 kilometer. Je kan dat vergelijken met het klein en groot onderhoud van een wagen.”
“Je moet wel vaker op onderhoud met een e-bike dan met een auto”, vult Smet aan. “Dat is ook logisch, want een fiets verslijt sneller dan een auto. Dat is vooral het geval bij elektrische fietsen die bestemd zijn voor woon-werkverkeer. Omdat die fietsen dagelijks moeten rijden, gebruiken we componenten die minder onderhoudsgevoelig zijn. Een riem is in dat geval bijvoorbeeld een betere keuze dan een ketting.”
Servicepakketten
Toch kan je e-bike of speedpedelec het ook begeven tussen twee nazichten in en met een kapotte fiets kan je niet naar de fietsenmaker fietsen. Om klanten met pech te helpen bieden verschillende fabrikanten en leasefirma’s vandaag een ophaaldienst aan. Je betaalt een vast bedrag voor een servicepakket, waarbij ook onderhoudsbeurten en herstellingen inbegrepen zijn.
“Die servicepakketten zullen steeds meer de norm worden”, zegt Smet. “Daar kunnen we niet onderuit en dat is op zich ook geen negatieve evolutie.”
Ook bij Velodome werken ze momenteel aan servicepakketten voor onderhoud, maar dan zonder depannagedienst. Volgens Deroover is dat ook nodig. “In Nederland bestaat die cultuur van fietsonderhoud wel, maar Vlamingen wachten te vaak tot hun fiets niet meer rijdt voor ze hem binnenbrengen. Met een fiets van 4.000 euro of meer wordt dat een dure zaak. We mikken met die servicepakketten dan ook vooral op bestuurders van speedpedelecs. Bij een herstelling betaal je vaak minstens 700 euro. Door regelmatig op onderhoud te komen vermijd je zware kosten en rijd je in de tussentijd bovendien zorgeloos rond.”